maandag 21 maart 2011

ik blijf achter

We trekken met een grote groep over een braakliggend terrein, links en rechts in de verte staan zwarte fabrieken, oude treinwagons, de vergane glorie van een industrieel tijdperk. Voor en achter ons donkere, natte aarde, en veel rotzooi en putten. Ik ontdek dat sommige van die putten gecementeerd zijn en ladders hebben. Er zijn er met eetbakken voor honden. Het intrigeert me en ik ga op bijn buik liggen om mijn hoofd diep in de put te kunnen steken. De ladder nemen durf ik niet. Intussen wordt mijn achterstand op de groep groter en groter.

In de buurt van de fabrieken is een café op de hoek, ik heb het al eerder gezien in andere dromen. Ik ken dit industrieterrein, maar in vorige dromen was het zonnig en waren de fabrieken niet zo zwart en roestig.

In een volgende scène ben ik met Kika in een klerenwinkel en blijkt dat zij en de verkoper/eigenaar het heel goed met elkaar kunnen vinden. Ik ben blij voor haar en tegelijk een beetje jaloers. We blijven uren in de winkel hangen, en ik bekijk uit verveling een beetje de collectie. Het waren mooie maar dure stukken, ik herinner me vooral ragfijne mohair truitjes met parelrijen van de nek naar de borst. Klinkt nu redelijk fout maar zag er heel verfijnd uit. Ik ging achterin de winkel naar boven, naar het toilet.

Ik ben met mijn pa op stap. Het was eerder ik die hem begeleidde dan omgekeerd. We stoppen ergens om te lunchen , in één of andere broodjeszaak. We wilden de weg vragen. We vielen op tussen de studenten.

Isabel en Pieter DB vliegen met een gesofisticeerde luchtballon rond, een zeppelin-achtig ding à la Louis Couperus. Ik vlieg niet mee, maar Kika en haar vriendje wel. Ik zie de ballon boven de oceaan vliegen alsof ik er zelf inzit. Het is warm en zonnig en het water is helder en azuurblauw en zo dichtbij. En dan landen ze (of crashen?) in het park waar ik lig te zonnebaden.

Krijg je daar nu een touw aan vastgeknoopt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten