woensdag 29 juni 2011

Liefde en toewijding

Ik voel zijn verdriet
hij weet het niet
ik zeg het niet

Wanneer we bellen vraag ik zachtjes
naar zijn ditjes en naar zijn datjes
de ruimtes tussen de pijn

Geen steekje laat ik vallen
meesterlijk balanceer ik
bovenop zelfgebakken
broze luchtbellen

Soms barsten ze toch
en dan mag ik niet huilen
want mijn onvaste voet
was het die erover liep
voorbij mezelf en deze scherven schiep

woensdag 8 juni 2011

Droomtherapie: loslaten van rancune

Enkele maanden geleden had ik een droom waarin er via portals van de ene naar de andere plek gereisd kon worden. Het scherm van je computer kon zo'n portal zijn, of de zolder van de openbare bibliotheek. Ik kwam via een portal in het transportnetwerk in Muppetland terecht. Magische wereld, die ondanks zijn ligging in een andere dimensie, verneukt geraakte door ons allesverterende kapitalisme... de meeste rides waren niet meer operationeel en dus gesloten en vervangen door allerhande souvenirwinkeltjes voor de consumerende bezoeker. Op een terras in het pretpark maakte ik ruzie met mijn vader (niet paps) omdat ik hem verantwoordelijk achtte voor het verval van Muppetland. Veel mensen dachten er net zoals ik over, er was veel verdriet om de teloorgang van dit unieke wereldje.

De droom was heel gedetailleerd en intens, ik werd er snikkend uit wakker. En toen ik nog wat lag na te denken over wat ik had ervaren (waarom dit verdriet voor de vergane glorie van een pretpark???)  kwam mijn eerste grote liefde plots op de proppen. Als er iemand had geholpen om mijn persoonlijke pretpark of jeugd te verneuken, was hij het wel. Toen bedacht ik dat het tijd werd de rancune en haatgevoelens die ik blijkbaar nog steeds koesterde tegenover hem, voor eens en voor altijd los te laten. Tijd om de verantwoordelijkheid, de macht over mijn leven voor de volle honderd procent terug te nemen. Weg met die oude wrok! In gedachten sprak ik hem vastberaden aan, zei hem dat ik hem niets meer kwalijk wilde nemen en hem wilde vergeven. Toen gaf ik hem een denkbeeldige knuffel en... ben ik opnieuw beginnen snikken.

Na tien jaar (!!!) stelde ik dus vast dat het nog altijd pijn deed terwijl ik al die tijd geloofde dat ik allang over dat liefdesverdriet heen was. Het mag eigenlijk niet verbazen dat ik het nooit helemaal verwerkt had, overwegende dat hij met me brak via de telefoon terwijl ik op scoutskamp was als leidster van een groep jonge pubers. Ik heb op dat moment van mijn hart een steen gemaakt om dat kamp te overleven, en toen dat een bruikbare strategie bleek om het leven aan te kunnen, liet ik het maar zo. Ik vond het altijd al een fantastische prestatie zo snel over hem te geraken, want zo verliefd als ik toen was ben ik nooit meer geweest, op niemand. Het was de derde keer dat hij me aan de kant schoof voor een ander, het was welletjes geweest. Ik sloot al het gevoel dat ik voor hem had en al de pijn, op in een hoekje van mijn hart. De doos van Pandora vloog open die nacht van de Muppet-droom en het sloeg me met verstomming dat de emoties na tien jaar nog zo sterk en écht waren.

De twee opeenvolgende nachten na de verbeelde confrontatie met meneertje Hartenbreker had ik - o verrassing- behoorlijk intense dromen waarin ik hem ontmoette. De eerste keer was het contact nogal afstandelijk, zijn huidige vriendin was ook prominent in de droom aanwezig en hij zei me dat hij voor de eerste keer in zijn leven het gevoel had in een stabiele relatie te zitten, en dacht gelukkig te zijn. "Zij is er vierendertig, en ik tienendertig." We stonden bovenop een stapel versgehakte houtblokken, op het erf van de boerderij waar ik woonde. Gek genoeg was ik een kind in de droom, een kind van hoogstens twaalf, en woonde ik op die boerderij bij mijn ouders.
De volgende nacht hielp hij me met het terug op zijn plaats duwen van mijn VW-camionetje. Het was achteruit gaan rollen op een helling en ik kon het niet alleen tegenhouden en terug naar boven duwen. Hij kwam tevoorschijn en hielp me. We gingen nog even in de wagen zitten om te praten en daar voelde ik terug die oude klik, en hij ook, want hij verontschuldigde zich en vertrok snel weer. "Ik vrees dat ik terug verliefd op je word als ik langer blijf." En gek genoeg was dat precies wat ik wilde horen. Het was ok dat we elk ons eigen leven hadden, en dat er nooit meer iets tussen ons zou zijn, maar helemaal niets meer voor hem te betekenen was te pijnlijk, zelfs nu nog. Wat had ik veel van hem gehouden, zo veel, misschien zelfs te veel, als dat al kan. Nu namen we afscheid van elkaar, met het besef dat we nog steeds door iets onnoemelijks gebonden waren. We lieten mekaar met open armen los, zonder de zekerheid mekaar ooit nog terug te zien.

Het was maar een droom. Maar ik ben dankbaar dat ik op deze manier afscheid heb kunnen nemen van de man die me voor een stuk gemaakt (en gekraakt) heeft tot wie ik vandaag ben, me drie jaar lang met zijn kinderlijke maar dodelijke charme in zijn greep hield, en na de pijnlijke afloop van die turbulente relatie zowel tederheid als afkeer in me opriep. Nu kan ik met een open hart aan onze tijd tesamen terugdenken, en is die periode, noch de kerel op zich, niet langer beladen met al die zware emoties. De cirkel is rond. Ik ben vrij.