woensdag 29 juni 2011

Liefde en toewijding

Ik voel zijn verdriet
hij weet het niet
ik zeg het niet

Wanneer we bellen vraag ik zachtjes
naar zijn ditjes en naar zijn datjes
de ruimtes tussen de pijn

Geen steekje laat ik vallen
meesterlijk balanceer ik
bovenop zelfgebakken
broze luchtbellen

Soms barsten ze toch
en dan mag ik niet huilen
want mijn onvaste voet
was het die erover liep
voorbij mezelf en deze scherven schiep

woensdag 8 juni 2011

Droomtherapie: loslaten van rancune

Enkele maanden geleden had ik een droom waarin er via portals van de ene naar de andere plek gereisd kon worden. Het scherm van je computer kon zo'n portal zijn, of de zolder van de openbare bibliotheek. Ik kwam via een portal in het transportnetwerk in Muppetland terecht. Magische wereld, die ondanks zijn ligging in een andere dimensie, verneukt geraakte door ons allesverterende kapitalisme... de meeste rides waren niet meer operationeel en dus gesloten en vervangen door allerhande souvenirwinkeltjes voor de consumerende bezoeker. Op een terras in het pretpark maakte ik ruzie met mijn vader (niet paps) omdat ik hem verantwoordelijk achtte voor het verval van Muppetland. Veel mensen dachten er net zoals ik over, er was veel verdriet om de teloorgang van dit unieke wereldje.

De droom was heel gedetailleerd en intens, ik werd er snikkend uit wakker. En toen ik nog wat lag na te denken over wat ik had ervaren (waarom dit verdriet voor de vergane glorie van een pretpark???)  kwam mijn eerste grote liefde plots op de proppen. Als er iemand had geholpen om mijn persoonlijke pretpark of jeugd te verneuken, was hij het wel. Toen bedacht ik dat het tijd werd de rancune en haatgevoelens die ik blijkbaar nog steeds koesterde tegenover hem, voor eens en voor altijd los te laten. Tijd om de verantwoordelijkheid, de macht over mijn leven voor de volle honderd procent terug te nemen. Weg met die oude wrok! In gedachten sprak ik hem vastberaden aan, zei hem dat ik hem niets meer kwalijk wilde nemen en hem wilde vergeven. Toen gaf ik hem een denkbeeldige knuffel en... ben ik opnieuw beginnen snikken.

Na tien jaar (!!!) stelde ik dus vast dat het nog altijd pijn deed terwijl ik al die tijd geloofde dat ik allang over dat liefdesverdriet heen was. Het mag eigenlijk niet verbazen dat ik het nooit helemaal verwerkt had, overwegende dat hij met me brak via de telefoon terwijl ik op scoutskamp was als leidster van een groep jonge pubers. Ik heb op dat moment van mijn hart een steen gemaakt om dat kamp te overleven, en toen dat een bruikbare strategie bleek om het leven aan te kunnen, liet ik het maar zo. Ik vond het altijd al een fantastische prestatie zo snel over hem te geraken, want zo verliefd als ik toen was ben ik nooit meer geweest, op niemand. Het was de derde keer dat hij me aan de kant schoof voor een ander, het was welletjes geweest. Ik sloot al het gevoel dat ik voor hem had en al de pijn, op in een hoekje van mijn hart. De doos van Pandora vloog open die nacht van de Muppet-droom en het sloeg me met verstomming dat de emoties na tien jaar nog zo sterk en écht waren.

De twee opeenvolgende nachten na de verbeelde confrontatie met meneertje Hartenbreker had ik - o verrassing- behoorlijk intense dromen waarin ik hem ontmoette. De eerste keer was het contact nogal afstandelijk, zijn huidige vriendin was ook prominent in de droom aanwezig en hij zei me dat hij voor de eerste keer in zijn leven het gevoel had in een stabiele relatie te zitten, en dacht gelukkig te zijn. "Zij is er vierendertig, en ik tienendertig." We stonden bovenop een stapel versgehakte houtblokken, op het erf van de boerderij waar ik woonde. Gek genoeg was ik een kind in de droom, een kind van hoogstens twaalf, en woonde ik op die boerderij bij mijn ouders.
De volgende nacht hielp hij me met het terug op zijn plaats duwen van mijn VW-camionetje. Het was achteruit gaan rollen op een helling en ik kon het niet alleen tegenhouden en terug naar boven duwen. Hij kwam tevoorschijn en hielp me. We gingen nog even in de wagen zitten om te praten en daar voelde ik terug die oude klik, en hij ook, want hij verontschuldigde zich en vertrok snel weer. "Ik vrees dat ik terug verliefd op je word als ik langer blijf." En gek genoeg was dat precies wat ik wilde horen. Het was ok dat we elk ons eigen leven hadden, en dat er nooit meer iets tussen ons zou zijn, maar helemaal niets meer voor hem te betekenen was te pijnlijk, zelfs nu nog. Wat had ik veel van hem gehouden, zo veel, misschien zelfs te veel, als dat al kan. Nu namen we afscheid van elkaar, met het besef dat we nog steeds door iets onnoemelijks gebonden waren. We lieten mekaar met open armen los, zonder de zekerheid mekaar ooit nog terug te zien.

Het was maar een droom. Maar ik ben dankbaar dat ik op deze manier afscheid heb kunnen nemen van de man die me voor een stuk gemaakt (en gekraakt) heeft tot wie ik vandaag ben, me drie jaar lang met zijn kinderlijke maar dodelijke charme in zijn greep hield, en na de pijnlijke afloop van die turbulente relatie zowel tederheid als afkeer in me opriep. Nu kan ik met een open hart aan onze tijd tesamen terugdenken, en is die periode, noch de kerel op zich, niet langer beladen met al die zware emoties. De cirkel is rond. Ik ben vrij.

vrijdag 29 april 2011

Pleidooi voor herwaardering van het magische

Er zijn meer realiteiten. Er zijn er véél meer. En ik spreek niet over andere dimensies, of misschien wel maar dan niet in de science fiction zin van het woord, niet in de zin van een heel andere wereld, met heel andere wezens en wetten... maar dan eigenlijk weer juist wel. Het punt is dat er zoveel realiteiten als bewuste wezens zijn, en dat elk wezen dat zich van zichzelf en de wereld rond zich bewust is, een eigen realiteit heeft; Dus er zijn zoveel dimensies of realiteiten als er levende en bewuste wezens zijn. Dan kan de discussie over ‘wat is bewustzijn’ beginnen, maar dat doet hier eigenlijk niet veel terzake. Het aantal bewuste wezens verandert niets aan het feit dat elk bewust wezen zijn unieke realiteit heeft. Het aantal wezens bepaalt enkel het aantal realiteiten, niet het bestaan ervan.

Dan is er natuurlijk nog de kwestie van de gedeelde realiteit; de zogenaamde objectieve realiteit. Voor zover een realiteit objectief kan zijn: de waarnemer heeft immers onvermijdelijk invloed op het creëren ervan, want door zijn ogen creëert hij een heel persoonlijk universum waarvan enkel hij getuige is. Die gedeelde en dus eenvormige realiteit is een abstract gegeven, enkel en alleen gebaseerd op de zintuiglijke waarneming. Wat het gegeven subject precies ervaart in zijn diepste wezen wordt in de objectieve werkelijkheid niet in beschouwing genomen. Wat denkt hij? Wat voelt hij? Welke kritiek komt in hem op, welke vreugde of weerzin? 


Het westerse wetenschappelijk denken zorgde voor een splitsing van wat iemand ervaart in een objectieve en een subjectieve realiteit, met een waardering voor het objectieve als ‘waar’ en ‘echt’, en een minachting voor het subjectieve als zijnde oncontroleerbaar en dus te negeren, alsof elke persoonlijke interpretatie en sensatie een ruis is op de ongenaakbare objectieve realiteit. Het subjectieve hoort thuis in de wereld van artiesten en dromers, en moet dus niet serieus genomen worden. Er valt niets van te bewijzen, toch! Dat wetenschap zich beperkt tot het objectief waarneembare is op zich geen probleem, dat is nu éénmaal de wetenschap. Wat ik problematisch vind is dat het wetenschappelijk bewijsbare een idool wordt dat als een god wordt aanbeden. Een bevattelijke, in wetten te vatten god, een god die door mensen werd geschapen en tot perfectie gepolijst, één god die heerst over allen. Hij is overal en: WE KUNNEN HEM BEWIJZEN!! Wat een verademing vergeleken met die verontrustende god waar geen tastbaar bewijs van bestaat. Wat een mens aanvoelt, gelooft, droomt, denkt... is bijzaak. Wat enkel met het zesde zintuig kan worden waargenomen bestaat volgens de wetenschap gewoonweg niet. Hallo! Stel je voor dat wijzelf niet heer en meester zouden zijn over onze eigen levens en deze hele godvergeten werkelijkheid!

Zo krijgen we de sacralisering van het voorspelbare en uniforme, terwijl het magische, persoonlijke en onbekende gemarginaliseerd wordt en als nonsens van het wereldtoneel wordt verdrongen. De meeste mensen zijn immers zo doordrongen van een blind geloof in deze moderne religie, dat ze alleen nog maar oor en oog hebben voor wat deze religie verkondigt. Waarnemingen die niet via de vijf zintuigen geregistreerd werden en dus niet te controleren zijn worden op die manier geklasseerd als verzinsel en belanden op de onderste plank, tussen de sprookjes en de mythes. Daar krijgen ze  alleen nog aandacht en waardering van kinderen, fantasten, idealisten, een toevallige passant. En dat terwijl acceptatie en respect voor het magische, het tegenwoordig gedesacraliseerde maar o zo sacrale buitenzintuiglijke nu net is wat de mensheid nodig heeft om tot inzicht te komen over wie ze zijn en wat hun rol is in deze werkelijkheid. Er is zo veel meer in deze wereld dan wij kunnen waarnemen. En het onwaarneembare speelt een grotere rol in ons bestaan dan de meesten vermoeden. Er zijn verschillende wegen te bewandelen om tot een besef en zelfs begrip te komen van deze krachten. Uiteindelijk zal zelfs de wetenschap deze krachten onderschrijven, na een omweg van honderden jaren... wat is, is. Zichtbaar of niet, aantoonbaar of niet, de magie die deze wereld schiep en in stand houdt bestaat, om dat te beseffen moet je alleen rond je kijken en onderkennen dat je lééft. 

Zolang mensen zich afsluiten voor dit (voorlopig) onbevattelijke maar essentiële, spirituele deel van de  wereld, is er geen hoop op werkelijke vooruitgang. Intellectuele groei zorgde ervoor dat de mens voorbij zijn dierlijke driften geraakte, in staat was ziekte en dood af te wenden, voorzienig te zijn. De technologische vooruitgang maakte talloze levens beter. Vandaag moeten we echter constateren dat er zich ondanks die fantastische groei, verontrustende problemen blijven manifesteren. Ons leefmilieu staat onder gigantische druk. Oorlogen en conflicten allerhande eisen hun tol. De kloof tussen arm en rijk groeit. De landen met de grootste welvaart gaan zwaarder gebukt onder emotionele problemen en depressie dan ooit. Al deze en nog veel andere excessen zijn volgens mij te wijten aan het verzaken aan een broodnodige spirituele groei. Spiritualiteit  maakt immers mensen bewust van hun plaats in de wereld. Een verruiming van hun bewustzijn en het uiteindelijke besef dat ze niet alleen zijn tussen hemel en aarde, behoedt  mensen van de steeds op de loer liggende hubris. Besef van het buitenzintuiglijke houdt hen nederig en waakzaam. Ze blijven zo voortdurend attent op het evenwicht tussen zichzelf, de Ander (met grote en kleine a) en de natuurlijke omgeving. Het moge nogmaals duidelijk zijn dat een ongebreidelde intellectuele groei met een verzaking aan het spirituele, nefaste gevolgen heeft voor de mens, op elk niveau. Daar zijn we nu met zijn allen getuige van.

dinsdag 12 april 2011

Hard heart

Your hard heart

so rigid and fierce

you won't soften it no

never let your guard down

but strong don't have to be hard

and soft don't have to be weak


you won't let me in no

for you're afraid i'll devastate

for you're afraid i'll leave a mess

you put a stone cold wall

around your sad and lonely heart

your warm and lovely heart

and all i want

is leave some flowers

and let the sun in

your hard heart

you won't soften it no

donderdag 31 maart 2011

De Zeven Zeeën der Zotheid


De volgende gedichten schreef ik in de loop van 2009. Het relaas van een onbeantwoorde liefde. Enkele gedichten (over veroudering en dood) zijn al veel eerder geschreven maar kregen ook een plekje in deze bundel. 


1. 
dat ene moment
als ik het kon terugspoelen
dan had ik enkel nog dat ene
zo zot vol zin in meer van hetzelfde
verslaafd aan de simpele schoonheid
van een zichzelf schrijvend scenario
de perfecte imperfectie tot leven gebracht
veel beter dan de beste film

want dat ene moment
was echt


2.
In het oog van Storme
glanzen verwoed
de tranen verworden
tot glimmende stille vijvers
fonkelende diepdonkere bronnen
bruisende vruchten
karbonkels uit
zonnige bolsters gebarsten

In het oog van Storme
dansen woest
verstrengeld aan de wervel
eeuwig, nu en nooit
op een slappe koord

de wind vanachter
altijd rechtdoor

zo’n vurig wild veulen
op springen speels
doet het de muzen zingen

Als het oog sluit
slaat Storme wild woordend toe
en laat me proestend achter


3.
de bron
sterven is
de weg naar eerbied
het ultieme ja
aan de eeuwigheid
geen einde
geen begin
want de cirkel is rond
was rond
en zal het altijd zijn
hoe kort je ook bestond
al van voor je werd geboren
ben je deel van het geheel
alles is alles
niets gaat verloren
zelfs dood kan leven
niet verstoren


4.
manifesto

wat kan zijn is buiten bereik in de gedoofde zon
het zit in de dode hoek
ligt in het bed ongespreid
het huis nooit gebouwd
in de lucht bij de tien vogels die blijven vliegen
uit de hand
nooit gelopen als voorzien
in het water gevallen

voor ons oog wat is
achter ons oog wat kan zijn
een fijne grens 

de droom ontspint weeft haar web
is meester
wie beheerst er wat zich achter zijn oog bevindt
zacht de kaarten schudt
en wat kan zijn listig verbeeldt
je onbewaakt je rede steelt
uitlegt zonder woorden wat je ongewild verwacht

vergeet de wens
verzegel de grens

ja jij bent meester van wat is
geen droom geen fluisterend hart geen lustig duister dier
dat luistert toch blijf je dapper wakker  je bestaan de baas

maar laat je gaan en de wil wint
geen mens is enkel baas
wie wint van zichzelf betaalt de prijs

verleg de grens en laat je wil binnen
overwin de angst niet te winnen
en je wint levenslang

wat niet is kan nog komen
wat is een mens als hij niet meer mag dromen


5.
de zeven zeeën der zotheid

je lacht in je
slaap je
dronken droom
mijn armen om je heen ben ik
een halve grinnik waard
ik hoor je
niet te missen misschien zo dicht
op je huid
op zoek naar je warmte

veilig omgedraaid en omgekeerd gerugd
de deur nog op een kier in het halfduister
mijn lege hongerige handen liggen verslagen
boven de lakens
dit gebeurt keer op keer nooit geleerd meer willen teveel
niet weten wat te doen te laten
want hoe wek je wie slaap veinst

in deze klucht zoekt de gekluisterde zot zichzelf
wachtend op wat al is
brengt geen zucht verlichting
lachen, blijven lachen

morgen kus ik je wakker kijk ik je dapper in de ogen
pik geen halve grinnik meer geen gespeelde slaap

maar de nacht ontzenuwt
tempert klaarlichte vragen
verzonken in deze vage droom draai ik om en om
op de tast naar houvast voel ik je zacht
maar niets dat onzekerder is dan
jij naast me in dit veel te grote bed onder de roos

we zijn er echter toch echt zeker
slapen wakend de slaap der schuldigen
samen in dezelfde wankele boot
doorkruisen rug aan rug de zeven zeeën der zotheid
en terug

6.
ik heb je niet nodig
slechts het verlangen het streven naar meer de drijfveer
mezelf te ontgroeien
te boeien te verbazen
nee niemand definieert mij meer
laat me toch naakt zijn
mijn waarde aan de kaak
geraakt worden onbeschermd
door spiegels allerhande
ziel noch zot zal mij verleiden
de tijd alleen mag begeleiden
ach dwaze gedachten gaan toch uit de bocht
de bedachte plot nog mooier dan de echte
getooid met spanning, kleur en soundtrack naar wens
voel vlieg val naïef
verkocht blijf ik mezelf bedriegen
wilde dromen met je delen
het gedroomde spel tot leven spelen
wat houdt ons tegen
geluk bestaat in eenzaamheid
maar echt alleen met meer dan één
gedeelde tover overleeft waar geen voorwaarde waarde heeft

7.
Grafrede

Ik rijd het lege land voorbij
zwarte raven zwermen
de zon zinkt op deze koude avond wenkt de zilte verte
en oude dromen rollen scherp
trillen achter vermoeide ogen
geen hand om vast te houden
nog zoeken is zinloos
en geloven lukt niet
nooit meer
blindelings bedrogen
rijd ik achteloos de dag uit de nacht in
over de Styx terug naar Niemendal
waar geen waterlander wacht

8.
tijd

ik neem tijd
begrijpe wie begrijpen kan
het leven ledigt tergend traag de zandloper
in mijn handen
grijp ik het ongrijpbare
ik raak het kwijt
verstrooid in de ruimte
in de verdomde glazen bol
gistend zanddeeg
geslepen geesten sneden de tijd in gelijke stukken
dagen, maanden, jaren
het ongrijpbare snijden moest mislukken
zoute tranen
zoete zonden
zorgeloze uren ten spijt
niets blijft duren in eeuwigheid
van zand naar glas naar scherf naar zand
zeven mijlen
woestijnen tijd
zeeën tijd
almaar meer
teveel tijd
maar nooit overschot

ik neem tijd
proef wat bleef kleven
aan de trog
spijt maakt dat het  bitter smaakt
morgen maak ik beter nog

9.
reflectie

ik schrijf je onder
verpletter je tegen de wand klad je vol
bevuil je met vuige woorden
verwens je in de spiegel beslagen met mijn hete adem
beste vriend
in rode lipstick
kijk me aan en verhul eindelijk eerlijk
strak in je vette letterpak zeg
hoe ik je veracht
bespottelijk gemakkelijke
zielige sukkel
nooit iets nieuws onder jouw zon
wie doet wie de das om
gooit de regel domweg
op zijn kop de gulden druppel
het is erover
of erop


10.
TNT

de schater en de vloek gaan hand in hand
in het land van nu of nooit
ik proef met smaak de kaas rond de gaten
stel liever geen vragen schuif twijfels en goesting
koud aan de kant in de hoek
wijs wijselijk elke verwachting de deur
want wat wil ik nog meer
dit is eerlijk heerlijk
gekheid het lot te tarten
snoer mijn onzalige zotte zieltje dus de mond
verman me verban het verlangen verleng de lont
nog een keer
bedolven onder  de T en T
zo meteen ontplof ik dan mag jij
ergens tussen de brokken
mijn hart gaan zoeken
je vindt het wel
je naam staat erop.


11.
Leda’s moordvers

ze haalde uit
zijn mond de woorden
legde ze op het puntje van zijn tong
overgelopen
vuil zwart vol hart
beet zijn adamsappel stuk verdriet
bloedige bekentenissen sijpelden uit zijn hals gedropen

zo de zwaan zijn laatste liedje zong


12.
woeste hoogten

woeste hoogten
ik hoor ze zingen
hun echo glanst in je donkere blik
we vinden geen stilte om mee te beginnen
elk zijn demonen elk zijn gebrek
we denken te delen
elkaar te kennen
maar mijlen van afstand
als rollende golven
meedogenloos claimen ze al wat ons bindt
ontkenning verzuipt onze eigenste plek
verdrink maar niet zelf in je koppige branding
ook jij hoort het zingen
vaart blind op de klip
gezworen te redden al wie jou ontreddert
een mens kan wel goed zijn maar dus ook goed gek


13.
gebed

het midden van de leegte
mijn duisterste doemdonker
tot mezelf gedwongen
de woestijn dringt ruisend binnen
elke korrel voel ik
elke porie gepolijst
en de pijn dijt uit naar buiten tot heel ver weg
de eenzame eenvoud verstomt de razernij
tijd omzwachtelt
mijn lijden verzacht
en ik zet de duivel buitenspel


14.
deze lijn is geen grens
hij bakent het middelste af wat nog komt
en tussen ons
gezwegen
beluisterd en ontkend
verdeelt geen woorden
van zeker naar misschien
de spanning erin verbindt
werkpuntjes en hebbedingen
voor goed
tot de eerste regen


15.
het achtste wonder

je zegt zoveel
ik hoor van alles
je houdt me vast zonder handen
geeft me meer met minder
je kruidige stuifmeel kruipt onder mijn huid

we raken kant noch wal zo zalig in het midden
blijven zitten kom niet dichterbij
hou de boot in balans

onze woorden komen samen vormen ze bruggen
rozenranken ze reiken elkaar geurende kluwen van ver 
verborgen verlangen in verzen
in kleur ontvouwen zomaar open en bloot
gedachten vervlochten vol zon en belofte

uitbundig schuift deze drijvende tuin
een prachtig geheim tussen ons in

we zeggen waarschijnlijk teveel

het grote geheim deelt zich mee in de stilte
in het ritme van het reiken het drijven het geuren
zuiver en simpel als honing en brood

zo zwijgen we een tijdje
en de hele wereld spitst zijn oren

ondenkbare dingen staan te gebeuren


16.
je vreet me levend op
rijt me open
drinkt mijn binnenste en
wroet  gulzig door hart en nieren
met bebloede snuit
eerlijk het doet pijn
maar je vindt me zo
uitzinnig zoet
zo lekker
het uur van het beest
bedankt om me vragen
voor deze laatste dodelijke dans
ik had dit foute feestje voor geen goud willen missen.


17.
haar handen zijn veranderd
het zijn boeken
hun bladvingers generfd gebonden gerimpelde bundels
van geaderd dun papier
vaal van kleur van rug tot rug het verhaal gekerfd tussen de lijnen
langs palm en plooi

vandaag moeten de boeken sluiten
hun omslag gekreukt gewrongen door de loop der dingen des levens
elke plotwending bedwongen en
de geur van woorden
zoals toen
jaren geleden in de tijd gelezen en goedgekeurd

de levenslijn is uitgebeiteld
zie zonder spatie spijt
haar oude vrouwenhanden ze laten los

en ze bladert terug naar af







zaterdag 26 maart 2011

Welkom in het theater

Ik heb zo'n onbeschrijfelijke dingen gezien. Ik die zo aan woordjes hang kan het natuurlijk niet laten een poging te ondernemen om mijn ayahuasca-ervaring te delen. In een eerste fase kreeg ik een aantal visioenen van portretten, foto's, waarvan één portret in het bijzonder me verdrietig maakte. Ik voelde ook heel sterk dat mijn moeder de troost die ik niet van haar krijg, zelf zo broodnodig heeft. Het portret was dat van een vijf-zesjarig meisje met blonde haartjes tot op de oren, in een zijscheiding gekamd met een klein speldje opzij. Een schattig ding. De tranen rolden van mijn kaken. En toen kwam ik een ziel tegen die een broer van me is, en er kwam zoveel animositeit van zijn kant. Ik heb begrepen dat hij me verwijt zijn plaats op de wereld ingenomen te hebben. Ik werd overspoeld met schuldgevoelens en de drang me bij hem te verontschuldigen voor mijn bestaan.
De shamaan was continu aan het zingen en begeleidde zichzelf met een heel arsenaal aan verschillende muziekinstrumenten, wat de visioenen kleur en ritme gaf en tegelijk ook zorgde voor een aarding, een connectie met het hier en nu. Ondanks de intense hallucinaties bleef ik redelijk lucide: met mijn ogen open was er niets aan de hand. Eens ik mijn ogen sloot begon de film terug. In een volgende fase zag ik slangen over en door mekaar kruipen, sierlijk, sexy bijna, in symmetrische patronen. Ze waren aderen met leven in, en het leven stroomde zolang de shamaan bleef zingen. De slangen waren niet bedreigend, maar voelden aan als een bondgenoot.
En dan de duisternis. Op een gegeven moment zag ik een duisternis, een chaos zonder begin of einde, zonder tijd of richting, waarin zich mierachtige wezens bevonden, in fluo rood en oranje.

index.cfm.jpg
Dit is een weergave van het magnetisch veld van Saturnus.


Ze leken verloren in een realiteit buiten de onze.


heic0101a.jpg
De Ant-Nebula.

De mens ontstond als uitweg uit die troosteloze chaos, waarin een continue elektrische ruis klinkt, een statisch gezoem, metaalachtig en met een gevoelloze kwaliteit met daar bovenop een soort vonkende drum, niet ritmisch maar kil, disconnected. (Twee dagen later besef ik dat het klonk zoals een Jedi-zwaard, echt helemaal hetzelfde!) (We zijn woensdag en na een zoektocht op het net vind ik opnames van het geluid dat Saturnus maakt... na 50 seconden hoor je dus hetgeen ik in mijn visioen gehoord heb. Vanaf 2:00 komen er ook nog andere klanken bij die ik dan weer niet heb gehoord).

Er volgde een beeld van metersdikke hopen insecten, zwarte, glanzende, afgrijswekkende kevers en duizendpoten wriemelend om bovenop de hoop te komen. Ik voelde medelijden met onze scheppers. Ze bedachten onze wereld en de mens om aan hun duistere uitzichtloosheid te ontsnappen. We zitten dus gevangen in een theater ter entertainment van een humorloos, onverschillig publiek, gevangen maar zoveel vrijer dan wie onze gevangenis, onze wereld, schiep. We zijn immers in staat om ook zelf te scheppen. We hebben ruimte, zintuigen, emoties, en vooral: onze wereld kent schoonheid, licht, liefde, perspectief. Je kunt je niet voorstellen wat een dankbaarheid ik voelde om mens te zijn, en niet (meer) verloren te zijn in die donkere chaos.

Op het toppunt van de insectenhallucinatie zag ik een zwarte vlakte met links in de verte twee palen waartussen een drietal laserstralen bewogen in rood, geel en groen. Het geluid dat ik daarnet beschreef (Saturnus??) klonk oorverdovend in mijn rechteroor. Ik denk dat we uit dat geluid gecreëerd zijn, maar dat is maar een idee. Toen ik daarnet wat rondkeek op internet vond ik het volgende: de Lengua, een Zuid-Amerikaanse stam van de Gran Chaco, geloven dat een god in de vorm van een reuzenkever de wereld creëerde en met geesten bevolkte. Wat vooral interessant is, is dat deze god onverschillig blijft onder zijn creatie en niet wordt aanroepen in gebed. "Beetle, the Lengua myth says, created the world and also everything in it, but Beetle has never shown any further interest in it. Beetle does not seem to be any specific beetle or even a special kind of beetle, but "beetle" in the abstract."Ik geloof dat ik dus deze 'god' of goden aanschouwd heb vannacht. Geen benijdenswaardige schepper, ik zou zelfs durven zeggen integendeel. Na enkele dagen bezinken vermoed ik dat het helemaal niet om echte 'wezens' gaat, maar om kosmische fenomenen. Wie weet hebben de Nebula of Saturnus iets te maken met het ontstaan van de planeet Aarde en de mens? Work in progress...

Verder herinner ik me een prachtig visioen van cilindervormige, witgrijze torens die trapsgewijs aan elkaar vasthingen. Ze waren behangen aan de onderkant met felroze, rode en gele macramé en allerlei parels en edelstenen. Het hele tafereel leek in een kathedraal-achtige ruimte geplaatst te zijn, en tegelijk in een groene glooiende vlakte met een loodgrijs-blauwe hemel, het soort van hemel dat je ziet voor een onweer. 

Ik heb tijdens de rit regelmatig als een bezetene zitten schokken, alsof iets in me protesteerde. Ook mijn oogleden trilden aan een hoge snelheid, als de vleugeltjes van een bijtje of kever. Na een derde portie van het drankje heb ik moeten braken. Maar de fysieke rariteiten zijn een kleine prijs voor een intense, indrukwekkende reis. Helemaal naar de oorsprong, en terug.